Onderwijsminister Zuhal Demir wil in elke school een gedragsexpert aanstellen die de grenzen bewaakt. Maar hoe werkt dat in de praktijk? Directeur Cathy De Raes brengt structuur en warmte op het Technisch Atheneum Lokeren. Resultaat: ‘Het spijbelen is in twee jaar gehalveerd en de schoolse leerachterstand is in vijf jaar met 15 procent gedaald.’

Toen Cathy De Raes zes jaar geleden directeur werd van het GO! Technisch Atheneum Lokeren, trok ze grote ogen. “In de beroeps-finaliteit had 50 procent van de leerlingen ’s ochtends zijn spullen niet bij. De leerlingen gingen voor het minste in discussie. Leerkrachten hadden het opgegeven, sommigen verlieten de school.”

De school ging bij enkele ervaren leerkrachten in de klas filmen om goede voorbeelden te verzamelen. “De vraag naar hulp was groot. Daarom hebben we een start-routine opgebouwd.” Bij het begin van de les worden geen afwezigheden meer opgenomen: dat is immers het moment waarop verveling toeslaat en ongewenst gedrag start. Dus wordt iedereen meteen aan het werk gezet en dan pas gebeurt de administratie. Een leerling die zijn pennenzak vergeet, kan door een buur geholpen worden. Maar de volgende keer krijgt die een schrijfzakje op school. Dat komt op de factuur, de ouders kunnen dan vragen: waar is de pennenzak die ik kocht, Wie te laat komt, krijgt in zijn agenda een rode stempel. Om die weg te werken, moet je een groene verdienen door een kwartier voor de bel al op school te zijn. Zo wordt gewenst gedrag geoefend Vandaag heeft 90 à 95 procent van de leerlingen alle materiaal bij zich.

Verstoort een leerling de les, dan krijgt die een opmerking en wordt dat na de les uitgediept. Blijft de leerling de boel op stelten zetten, dan roept de leerkracht de hulp in van een leerlingenbegeleider. Op elk ogenblik van de schooldag is die bereikbaar. Dan sta je met twee volwassenen in de klas en kan je de situatie beter inschatten: gaat het om banaal of fout gedraag of om een leerling die vol stress is ingestort? Sinds onze leerkrachten niet meer elke dag onder hoogspanning staan, is de uitval verminderd. Tegelijk houden we meer leerlingen aan boord, omdat we ook inzetten op een warm schoolklimaat. Onze leerlingenbegeleiders weten als eersten of er thuis ruzie was en geven een signaal aan andere leerkrachten dat de leerling het moeilijk heeft. We hebben dit jaar nog niemand definitief moeten uitsluiten. Het spijbelen is in twee jaar gehalveerd en de schoolse leerachterstand is in vijf jaar met 15 procent gedaald.”

Lees hier het artikel in Het Laatste Nieuws op 13 november 2025